Aantekeningen
Treffers 1,051 t/m 1,100 van 1,568
# | Aantekeningen | Verbonden met |
---|---|---|
1051 | Op het moment van haar ondertrouw woont maria in Rotterdam. | VAN BEEST VAN HEEMSKERCK, Maria (I898)
|
1052 | op het Westerkerk-kerkhof | VELT, Catharina (I3008)
|
1053 | op Huize de Wiers | Gezin F1004
|
1054 | Op Huize Kernheim | VITRIARIUS, Johanna Catharina (I100)
|
1055 | op landgoed Jagtlust | SIX, Jhr. ir. Willem (I2258)
|
1056 | Op www.bouten.com: 1751 | RAVEN, Agatha (I51)
|
1057 | Op ‘Huize Heijen’ | VON WYLICK, Louise Engelbertina (I525)
|
1058 | op ‘Stadwijk’ bij Haarlem | VAN HEEMSKERCK, Gravin Agnes Margaretha (I1360)
|
1059 | Opgeleid door zijn schoonvader, en mede daardoor een populair graveur van portretten. Kocht in 1631 een huis genaamd ‘De Handboog’ aan de westzijde van de Korenmarkt in Delft voor 3200 gulden, samen met zijn schoonvader Michiel van Mierevelt. De Roo beschrijft het wapen van Willem Delff aldus: ‘Doorsneden, I: gedeeld, (a) in goud beurtelings een gekantelde dwarsbalk van rood, (b) in rood een korenschoof van goud; II: in goud drie raven van zwart.’ Zie over de schilder Delff: Dz.D. Franken, L'Oeuvre de Willem Jacobszoon Delff, Amsterdam, 1872. | DELFF, Willem Jacobsz (I1456)
|
1060 | Opgeleid in de Utrechtse Fundatie van de Vrijvrouwe van Renswoude door Laurens Praalder. Jan werd geboren in het jaar waarin Maria Duyst van Voorhout de Fundatie van Renswoude een fortuin naliet, dat deels bestemd was voor de opleiding van getalenteerde kinderen in het Stadsambachtkinderhuis. Daarvan was Arnoldus Duker jarenlang deurwaarder geweest. Het gebouw voor de Fundatie werd in 1761 in gebruik genomen, net op tijd voor Jan dus. Gezien zijn opvallende carrière is Jan Wormerus een exempel voor de bedoelingen van de douairière Van Renswoude, die de schranderste kinderen wilde opleiden tot kansrijke burgers. Jan Wormerus werd zeer succesvol als landmeter, inspecteur en cartograaf. Volgens het Repertorium van Nederlandse kaartmakers werkte hij aanvankelijk als dijkopzichter en woonde hij toen in Wijk bij Duurstede. Door zijn huwelijk met Anna Hattinga werd Jan de stamvader van een bekend geslacht in Hulst van predikanten en vooral kaartenmakers. Op een grote kaart van de stad Utrecht uit 1778 (collectie Centraal Museum Utrecht), gegraveerd door Reinier Vinkeles, staat Jan Wormerus Raven genoemd als cartograaf. De kaart is vermoedelijk eerder getekend, toen hij nog in opleiding was. Van 1788-1795 is hij inspecteur van ’slands zeewerken in Staats-Vlaanderen. Twee jaar voor zijn overlijden wordt Jan Wormerus benoemd tot voogd over de minderjarige kinderen van Arnold Cornelis Duker. Bij zijn beëdiging blijkt hij als rentenier in Den Haag te wonen, aan de Sint-Anthoniesburgwal 611. Het lijkt erop dat Jan eeerder getrouwd is geweest, met ene Roelanda Bruyns. Met haar krijgt hij een kind, Luberta Aletta, gedoopt te Zoelmond (een dorp bij Buren) op 2 augustus 1778. Op 4 juni van dat jaar vroeg hij kerkelijke attestatie om naar dat dorp te vertrekken met zijn vrouw. Roelanda zou volgens De Navorscher zijn overleden op 15 april 1789; een paar maanden later hertrouwt de landmeter. | RAVEN, Jan Wormerus (I215)
|
1061 | Opgeleid tot ingenieur in Saksen, had tot 1925 eigen bureau in Groningen dat veelal in de suikerindustrie werkzaam was. | PLANTENGA, Frans Lodewijk (I2165)
|
1062 | Opname van Petrus Christiaan in Binnengasthuis: ’weduwnaar van Dirkje Janson’ | JANSON, Dirkje (I1980)
|
1063 | oud 17 weken (geboorteakte niet gevonden) | KUTSCH, Jan Carel (I1690)
|
1064 | Oude Kerk | HOOGERSCHEID, Margaretha (I111)
|
1065 | Oude Kerk | DE WINTER, Emmerentia (I113)
|
1066 | Oude Kerk | VAN HEEMSKERCK VAN BEEST, Med. Dr. Dirk (I115)
|
1067 | Oude Kerk | VAN HEEMSKERCK VAN BEEST, Pieter (I116)
|
1068 | Oude kerk | VAN WAESBERGHE, Elisabeth (I1866)
|
1069 | Oude Kerk | VAN SAMBIX, Felix (I1873)
|
1070 | Oude kerk | BELLEFLAM, Johannes Jacobus (I2310)
|
1071 | Oude Kerk | ROCH, Mr. Hercules (I2747)
|
1072 | Oude Kerk | VAN HEEMSKERCK, Willem Cornelis (I101)
|
1073 | Oude Kerk | BELLEFLAM, Hendrik (I3319)
|
1074 | Oude Kerk | WIGHMANS, Catharina (I3323)
|
1075 | Oude Kerk, get: Hendrik Meijl, Giertje Dumeijer | BEIJLSMIT, Jan Frederik (I2262)
|
1076 | Oude Kerk. Get: Christoffel Flament, Anna van Heemskerck van Beest | VAN HEEMSKERCK VAN BEEST, Jan (I119)
|
1077 | Oude Kerk. Get: Sijbrant van der Lely, Alijda Heemskerck van Beest. | VAN HEEMSKERCK VAN BEEST, Geertruyt (I118)
|
1078 | Oude Kerk. Get: Willem van der Lely, Alijda Heemskerck van Beest. | VAN HEEMSKERCK, Willem Cornelis (I101)
|
1079 | Oudenhoorn is een gehucht ten oosten van Hellevoetsluis op het voormalige eiland Voorne. | NOORDERMEER, Klaas Jansse (I2204)
|
1080 | Ouders overleden bij haar huwelijk. | VAN DEN TOOREN, Anna Maria (I2283)
|
1081 | Over deze meneer vertelt Louk Lapikas vele interessante details. Zie www.nikhef.nl/~louk/MESKW/. | VAN HOGENHUYSEN, David (I1874)
|
1082 | Over deze vermaarde vrouw schrijft Els Kloek in het Digitaal Vrouwenlexicon (Http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/DVN/lemmata/data/Proosten). Tijdens het beleg van Haarlem stond zij haar man, de burgemeester Kies, bij in zijn strijd voor het ‘ware geloof’ met onvervalste heldenmoed. | PROOST, Brecht Engbrechtdr. (I2048)
|
1083 | Over hem - zoals over alle Kraks die ook in dit bestand voorkomen - heeft nazaat Jeroen Krak een gedetailleerde levensloop geschreven (www.krak-family.nl). Zo weet hij onder veel meer te melden dat Jan Hendrik al op jonge leeftijd (nog voor zijn huwelijk met Berbera Sophie) ijzerkoopman is. Vlak na de geboorte van hun eerste kind koopt het jonge stel een koopmanswoning aan de Vischmarkt te Leeuwarden. En daarbij blijft het niet. De zaken gaan kennelijk zo goed dat ze in 1819 nog twee huizen erbij kopen, waarvan het laatste - aan Over de Kelders, nu Voorstreek - later getaxeerd zal worden op tienduizend gulden. Intussen blijft Berbera aan het baren. In totaal twaalf kinderen komen er, tot Jan Hendrik in 1830 ernstig ziek wordt. In 1833 overlijdt hij; Berbera zet de ‘Affaire in ijzerwaren’ voort met haar zoon In 1838 verkoopt zij het huis aan de Vischmarkt – op dat moment gehuurd door ene meneer Obelt – voor 2800 gulden, de reden is niet bekend. Zeker is wel dat het jaar daarop de dood het gezin ongenadig treft: zowel Fredericus (29) als Isaac Gerard (20) overlijden dat jaar. Bij haar overlijden in 1845 is de ijzerhandel, inclusief winkelinventaris, ruim 12 duizend gulden waard. Dat blijkt uit de inventaris die op verzoek van de erfgenamen is opgemaakt door notaris Jan Albarda. Uit diezelfde inventaris blijkt dat zij nog over een pakhuis en twee woningen beschikte (waarvan de kleinste werd verhuurd aan de winkelbediende). De inventaris van haar eigen woning was 2430 gulden waard, met als duurste item een stel gouden oorijzers van 149 gulden. Ook Oeds Plantenga, getrouwd met dochter Catharina, deelt overigens in deze boedelscheiding. | BERGHUIS KRAK, Jan Hendrik (I460)
|
1084 | Overgenomen uit de toelichting door het Wetfries Archief op de Collectie De Wit-Duker aldaar: Frans’ zoon Pieter (1808-1860) ging zich Pieter Bakker de Wit noemen. Hij doorliep het gymnasium te Enkhuizen en schreef zich in 1824 in bij de Plaatselijke Commissie van geneeskundig toevoorzicht te Enkhuizen als leerling in de artsenijmenging. In 1827 ging hij naar Haarlem. Hij schreef zich in bij de Provinciale Commissie van Geneeskundig Toevoorzicht in Noord-Holland en ging als leerling naar de Genees-, heel-, verlos- en artsenijmengkundige school. Tegelijk werkte hij in die tijd bij apotheker Poort in Enkhuizen en Beets te Haarlem (inv.nrs 17-20). In 1829 behaalde hij zijn diploma. In 1832 bevorderde de Provinciale Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzicht hem tot ‘apotheker van een stad’. Hiermee kon hij zich in Enkhuizen vestigen als apotheker. Een aantekening op de achterzijde van dit getuigschrift meldt: ‘Gezien bij de Stedelijke Commissie van Geneeskundig Toevoorzigt te Enkhuizen op den 7. April 1834’. (inv.nr. 8) In 1834 kocht Pieter Bakker de Wit een apotheek, winkel met voorraad en toebehoren, aan de Westerstraat te Enkhuizen, van de executeurs-testamentair van apotheker Reinier ter Meulen. Wat later, in 1834, verwierf hij van de erfgenamen van Reinier ter Meulen nog een huis en erf aan de Oude Westerstraat, noordzijde, Wijk C nr 3, kad. Sectie E nr. 675, belend ten oosten met zijn eigen huis en erf en ten westen met Klaas Blankert en van achter uitkomende op de Brugjes. Ten slotte kocht hij in 1844 nog een huis met erf en schuur te Enkhuizen, Oude Westerstraat, Sectie E no. 676. In 1850 richtte hij samen met zijn zoon Frans een vennootschap onder firma op ter uitoefening van een apothekersbedrijf onder de naam "P. Bakker de Wit en Zoonen te Enkhuizen". Pieter was eveneens gediplomeerd apotheker (1857). Na zijn overlijden in 1860 richtte zijn weduwe Maria de Koningh samen met haar zoon Frans in 1861 een vennootschap op voor het voeren van de apotheek. In 1863 overleed zoon Frans, ongehuwd. Bij testament was zijn moeder benoemd tot algeheel erfgenaam. (inv.nr.15, 35). | BAKKER DE WIT, Pieter (I1436)
|
1085 | Overgenomen van http://www.obitcentral.com/obitsearch/obits/misc/anthro16.htm: ‘LAURA M THOMPSON, 95, distinguished sociocultural anthropologist who studied peoples and cultures in wide-ranging geographic locations and contributed significantly to the development of applied anthropology, passed away on January 29, 2000, in Honolulu, HI. Her husband Sam van Heemskerck Duker, a childhood classmate at Punahou School, died in 1978. Thompson was born in Honolulu on January 23, 1905. She received her BA from Mills C, PhD in anthropology from the U of California, Berkeley, and an honorary LLD from Mills C. She also did graduate work at Radcliffe. Thompson was the 1979 recipient of the Bronislaw Mali now ski Award from the Society for Applied Anthropology. Thompson published nine books and more than 70 articles in professional journals. She wrote in her autobiography, Beyond The Dream: A Search For Meaning (1991) that she was one of “Kroeber’s girls,” young women who became known for their “farflung explorations in various parts of the world.” Thompson conducted fieldwork in Fiji and Guam in her earlier years and was on the staff at the Bernice P Bishop Museum in Honolulu (1929-34). In the late 1930s, Thompson lived in Germany with her first husband, where she experienced for herself something of National Socialism. In the 1940s, while holding a research position via the U of Chicago’s Committee on Human Development, Thompson undertook research among Native Americans, particularly the Hopi, as a member of a multi-disciplinary research team. During this time, she was married to then Commissioner of Indian Affairs, John Collier. From the 1950s Thompson taught at the U of North Carolina, North Carolina State C, City College and Brooklyn C of CUNY, Southern Illinois U, San Francisco State U and the U of Hawaii. She also conducted fieldwork in Iceland. Thompson maintained a lifelong interest in the people and culture of Guam. The Honorable Robert A Underwood of Guam introduced into the Congressional Record in the US House of Representatives (February 8, 2000) his lengthy accolade to Thompson. The opening paragraph of his tribute contains the following: “For the people of Guam and researchers everywhere, [Thompson’s book] Guam and Its People is the seminal work on the essence of the Chamorro culture. She was the first anthropologist to formally study the culture of the people of Guam and every student, researcher or any person interested in serious thinking about Guam must begin by reading and understanding her work.” Guam’s Governor Carl T C Gutierrez awarded Thompson posthumously the Ancient Order of the Chamorri. In her autobiography, Thompson draws on her field research findings over the years to set forth creative and heartfelt responses to human problems of modern times: “An updated code of global ethics based on respect for nature’s laws could spark a unified, planet-spanning endeavor to regenerate and foster the Earth. The task would involve local, national and international cooperation in a pan-global endeavor to understand, explain and support the natural vibratory pro cesses that build, balance and uphold the living planet” (p 144). Thompson is survived by nieces Laura Good and Alice Broderick, and granddaughter Marcella Moran.’ | THOMPSON, Laura M. (I754)
|
1086 | Overlden voor huwelijk van dochter Johanna Maria, 7 juni 1905 | DEPPE, Johanna Maria (I133)
|
1087 | Overleden aan boord van de Z.M. Zoutman op de rede van Den Helder. | BOLLINGBROOKE, Elisabeth (I1394)
|
1088 | Overleden aan de gevolgen van een auto-ongeluk | VAN HEEMSKERCK DÜKER, Dr. Jan Herman (I18)
|
1089 | overleden aan de gevolgen van een ‘slijmziekte’ | RAVEN, Agatha (I51)
|
1090 | overleden aan ‘Schwindsucht’ | RÖRIK, Jan (I1741)
|
1091 | Overleden aan ‘verzwakking’ | HEESMAN, Jan (I574)
|
1092 | overleden aan ‘waterzucht’ | ENNEN, Fenne (I1985)
|
1093 | Overleden als ‘mejuffrouw’, dus waarschijnlijk ongetrouwd. | DUKER, Johanna Wilhelmina (I55)
|
1094 | Overleden in gemeente Zeist, Den Dolder is gemeld door kleindochter Greet Rörik | SPANJER, Jan (I16)
|
1095 | Overleden in het Vrouwenhuis, begraven in eigen graf | VAN STOLBURG, Wilhelmina (I2492)
|
1096 | Overleden na een langdurige ziekte (‘keeltering’) | VAN DER CHIJS, Willemina (I49)
|
1097 | Overleden op zee, terwijl hij met Olivier van Noort door de Straat van Magellaen voer. | VAN BEEST VAN HEEMSKERCK, Gerrit (I901)
|
1098 | Overleden ten huize van notaris Cornelis de Ridder in de Ridderstraat 81 te Culemborg, waar zij logeerde. De waarnemend burgemeester van Culemborg, vergezeld van Pieter van der Hoeven, Cornelis de Ridder en Gijsbert Leonard Zwartendijk (haar schoonzoons en neef), trof haar aan in een zijkamertje, waar zij opgebaard lag. Beroep ‘rentenierster’. Begraven in de Barbarakerk in Culemborg. | ZWARTENDIJK, Alida Josina (I509)
|
1099 | Overleden tijdens een zakenreis | ELSEVIER, Isaac (I2826)
|
1100 | Overleden voor huwelijk van dochter Johanna Frederika, 24 dec 1919, maar hij leeft nog bij dat van Johanna Maria (7 juni 1905) | RÖRIK, Johan Frederik (I571)
|