Adriaan ZWARTENDIJK[1]
1747 - 1826 (78 jaar)-
Naam Adriaan ZWARTENDIJK Geboren 25 mei 1747 Leiden [2] Gedoopt 28 mei 1747 Leiden [3] - get: Alida Blaauwduif, Joost d’Hartogh
Geslacht Mannelijk Overleden 29 apr 1826 Rotterdam [2] Persoon-ID I510 HeemskerckDuker Laatst gewijzigd op 7 mrt 2021
Vader Ds. Abraham ZWARTENDIJK, geb. 8 okt 1708, Hoorn , ovl. 2 feb 1759, Leiden (Leeftijd 50 jaar) Moeder Kornelia BLAAUWDUIF, geb. 24 dec 1722, ovl. 15 apr 1789, Loenen a/d Vecht (Leeftijd 66 jaar) Getrouwd 18 dec 1743 Leiden [4] Gezins-ID F378 Gezinsblad | Familiekaart
Gezin Elizabeth KUIJPER, geb. 16 mei 1754, Gouda , ovl. 8 jan 1826, Amsterdam (Leeftijd 71 jaar) Getrouwd 3 mei 1774 Gouda [2] Kinderen 1. Abraham ZWARTENDIJK, geb. 9 apr 1775, Utrecht , ovl. 16 feb 1806, Utrecht (Leeftijd 30 jaar) 2. Laurens Michiel ZWARTENDIJK, geb. 21 okt 1776, Utrecht , ovl. 25 aug 1777, Utrecht (Leeftijd 0 jaar) 3. Maria ZWARTENDIJK, geb. 19 sep 1778, Utrecht , ovl. 30 sep 1778, Utrecht (Leeftijd 0 jaar) 4. Cornelia Elizabeth ZWARTENDIJK, geb. 26 apr 1780, Utrecht , ovl. 22 jan 1832, Rotterdam (Leeftijd 51 jaar) 5. Geertruid ZWARTENDIJK, geb. 14 apr 1781, Utrecht , ovl. 24 aug 1855, Rotterdam (Leeftijd 74 jaar) 6. Laura Adriana ZWARTENDIJK, geb. 12 mei 1783, Utrecht , ovl. 24 mrt 1845, Utrecht (Leeftijd 61 jaar) 7. Alida ZWARTENDIJK, geb. 29 aug 1785, Utrecht , ovl. 24 okt 1785, Utrecht (Leeftijd 0 jaar) 8. Gijsbert Leonard ZWARTENDIJK, geb. 24 mrt 1788, Utrecht , ovl. 14 mrt 1825, Rotterdam (Leeftijd 36 jaar) 9. Willem ZWARTENDIJK, geb. 21 feb 1790, Utrecht , ovl. 16 apr 1821, Rotterdam (Leeftijd 31 jaar) 10. Adriaan ZWARTENDIJK, geb. 18 mrt 1793, Utrecht , ovl. 2 sep 1794, Utrecht (Leeftijd 1 jaar) 11. Adriaan ZWARTENDIJK, geb. 10 okt 1796, Utrecht , ovl. 29 sep 1818, Amsterdam (Leeftijd 21 jaar) Laatst gewijzigd op 12 nov 2007 Gezins-ID F377 Gezinsblad | Familiekaart
-
Aantekeningen - Hoewel Adriaan al eerder in Utrecht verblijft, wordt hij pas op 14 oktober 1783 ingeschreven als burger van de stad. Op dat moment heeft hij vier nog levende kinderen: Abraham, Cornelia Elizabeth, Geertruij en Laura Adriana.
Samen met zijn zakenpartner, de veel oudere Abraham Welsing, dreef Adriaan een fabriek van zijden en halfzijden stoffen. In 1779 vestigden zij een nieuwe machinale katoenspinnerij op een stuk land buiten de Weerdpoort aan de Zeedijk. Partipanten waren onder meer zijn oom Michaël Zwartendijk en zijn neven, de welgestelde broers Leonard en Gijsbert Zwartendijk. Daartoe moest een nieuw waterrad in de Weerdsgracht de benodigde energie opbrengen, waar echter concurrent Zijdebalen al een rad had liggen. Het stadsbestuur stelde een concurrentiebeding op voor de nieuwkomers: als het water te laag zou staan voor twee molens, dan had het rad van Zijdebalen voorrang. Welsingh en Zwartendijk mochten ook geen stoffen fabriceren die al door Zijdebalen werden geproduceerd.
De ‘fabriqueurs’ dreven een zeer modern bedrijf, de eerste mechanische spinnerij in Nederland. De Engelse machine (’mule jenny’), een recente uitvinding van ene Arkwright, stond onder toezicht van twee Engelse broers, John en Charles Thompson. Er moet werk geweest zijn voor tientallen arbeidskrachten. IN 1782 deed Leonard zijn aandeel in de spinnerij over aan Adriaan, alsmede zijn ’pleziertuin met speelhuis buiten de Catharijnepoort’. In 1790 verkochten de eigenaren de gehele fabriek voor 20 duizend gulden aan Shdrach Munnings uit Rotterdam, die zijn eigendomsrecht al een jaar later doorverkocht aan Thomas Martens. Het bestond toen uit de spinnerij zelf, drie huizen aan de Zeedijk en een smederij annex kopergieterij aan de Kaatstraat. Vanaf dat moment gaat het vlot bergafwaarts; al in 1799 wordt de fabriek stilgelegd.
Op 5 januari 1780 koopt Adriaan een huis met tuinhuis, houtschuur en stalling voor twee paarden aan de Oudegracht (nu nummer 315, niet ver van het grote pand van Welsing). Interessant: het huis naast het zijne wordt in 1790 verkocht aan Magdalena Hofkens, de weduwe van Frans van Oort. Haar voogden zijn beide oud-burgemeesters van Gouda. De zijdefabriek gaat gewoon door. Uit toevallig gevonden correspondentie blijkt dat Adriaan onder meer handel dreef met ’de weduwe Cornelis van Leeuwen’ in Gouda. Cornelis was mogelijk de broer van Adriaans zwager Gijsbert. Adriaans fabriek stond in de Franse tijd aan de Oudegracht. Daarnaast bevond zich nog een kleinere fabriek in de stad ’en drie welke een kleine tak daarvan gebruiken, desselve zijn alle in verval’, aldus de Agent van Nationaale Oeconomie in 1801. Er werkten ruim 80 mannen en 24 vrouwen, naast een legertje kinderen. De producten werden verhandeld in de Republiek en gebieden in Duitsland.
In 1807 verkoopt Adriaan zijn huis aan de Oudegracht. Hij laat zich in hetzelfde jaar ontheffen van de functie als regent van de Stadsaalmoezenierskamer, die hij twaalf jaar bekleed heeft. Hij lijkt een beetje halsoverkop te vertrekken, maar overlijdt pas in 1826. Merkwaardig is ook dat zijn vrouw enkele maanden daarvoor is overleden in Amsterdam. [5, 6, 7, 8]
- Hoewel Adriaan al eerder in Utrecht verblijft, wordt hij pas op 14 oktober 1783 ingeschreven als burger van de stad. Op dat moment heeft hij vier nog levende kinderen: Abraham, Cornelia Elizabeth, Geertruij en Laura Adriana.
-
Bronnen - [S106] Huwelijksakte Zwartendijk-Van Leeuwen.
- [S231] p 478.
- [S151] DTB Leiden, remonstrants dopen, inv 2.
- [S435] Stamboom Driessen, Eduard Driessen.
- [S12] .
- [S486] Stukken betreffende de spinnerij van Welsingh en Zwartendijk (...) 1779-1790.
- [S326] Watermolens aan de Vecht bij Utrecht, Mr. J.H. van den Hoek Ostende.
- [S526] Geschiedenis aan een zijden draadje, W. Zwanikken.
- [S106] Huwelijksakte Zwartendijk-Van Leeuwen.