Aantekeningen |
- Het echtpaar Van Leeuwen-Zwartendijk vormt een belangrijke schakel in de familiegeschiedenis. Hun vier dochters zijn alle vier bet-betovergrootmoeders van mij. Drie zusters zijn bij hun geboorte elk bezongen door ene Johannes Brakel. Hij lijkt dezelfde die in Van der Aa wordt beschreven als ‘krankbezoeker te Rotterdam, een kundig en braaf man’ die zich verdienstelijk maakte voor de Remontrantse Broederschap.
In 1773 schrijft Gijsbert zichzelf en zijn vrouw in in het huwelijksregister van de remonstrantse kerk in Woerden.Hoewel Gijsbert bepaald van goede komaf lijkt te zijn, gaat hij in mei 1790 een lening aan bij Teunis de Ridder van maar liefst 2000 gulden. Zijn onderpand was zijn huis en pottenbakkerij aan de Koningstraat. De dominee bezat volgens de website kasteleninutrecht.eu een buitenplaats aan de Vecht. Die ligt er nog steeds, aan de Dorpsstraat 69 in Loenen. Uit de tekst op de site:
‘Tegen het einde van de 18e eeuw komt het huis in bezit van Ds. G. van Leeuwen, die getrouwd was met mejuffrouw Swartendijk. Hij besloot in 1792 uit hun twee achternamen de naam van huis te veranderen in "Leeuwendijk". In 1812 besluiten zijn erfgenamen het huis te veilen bij kastelein J.A. Weber van "Het Rechthuis van Loenen en Nieuwersluis". Het huis wordt dan omschreven als: "Een aangenaam buitenplaatsje zeer geschikt voor zomer en winterverblijf met deszelfs Heere Huizinge waarin drie benedenkamers, alle behangen, gelambriseerd en met stookplaatsen voorzien, vijf bovenkamers, dienstbodenvertrek en kleerzolder, keukens en kelder, menagerie, koetshuis, stalling voor vier paarden, vruchtbare boomgaard, moestuinen aan de rivier de Vecht en Rijweg hebbende alle de vrolijkste uitzigten".’
Het graf waar hij in komt te liggen, heeft hij zelf al in 1789 aangeschaft met Adriaan Zwartendijk. Schoonmoeder Kornelia Blaauwduijf ligt er ook in. In 1808 is zijn weduwe getuige bij de doop van hun kleinkind Alida Josina Rappard. Het is goed mogelijk dat dochter Cornelia (die met Rappard trouwt in Loenen) vanuit dit huis in het huwelijksbootje is gestapt.
Tijdens het oproer van de patriotten in 1787 was Gijsbert predikant in Waddinxveen (zijn kerk staat er nog in de oorspronkelijke staat). Nadat de opstand door Willem V en zijn Duitse metgezellen was neergeslagen, moest hij noodgedwongen zijn gemeente verlaten. Zoals veel patriottische kopstukken week hij uit naar Frankrijk. [4, 6, 7, 8, 9]
|