Aantekeningen |
- Oeds wordt op 16 oktober 1808 ’op belijdenis’ in de doopsgezinde gemeente van Leeuwarden. Pas in 1837 staat hij vermeld als lidmaat.
Oeds maakt stevig carrière. Nog in 1813 wordt hij ’tichelaar’ of steenbakker genoemd, later klimt hij op tot koopman (met name van vastgoed en bouwland) en zelfs wethouder in Leeuwarden. Van 1812 tot en met 1815 voogd van de Stads Armenkamer te Leeuwarden; van 1834-1855 voogd van het St.-Anthonygasthuis te Leeuwarden. Betaalt in 1819 minimaal 200 gulden belasting per jaar.
In 1832 wordt Oeds genoemd in het kadaster van Leeuwarden als eigenaar van drie huizen in sectie B, de percelen 61, 131 en 132.. Het eerste is slechts 36 m2 groot, maar 131 en 132 zijn samen 640 m2 en bieden ruimte aan twee huizen, een erf en een cementfabriekje. Daarnaast bezit de koopman in Ternaard, sectie A, bijna 20 hectare aan bouw- en weiland, in Jelsum ongeveer net zoveel plus een groot perceel met een steenoven en huizen. In hetzelfde jaar is hij bewoner van Ulfarda State te Hantumhuizen (zie www.stinseninfriesland.nl), gemeente Dongeradeel. Het Fries Museum in Leeuwarden bezit een portret van hem, vervaardigd in 1836 door Tjeerd Eernstman. Hij wordt in de beschrijving ‘steenfabrikant’ genoemd.
In 1835 verkoopt hij een lap grond van 93 are tegen 2200 gulden, gelegen aan het Sneeker Tolhuisdijkje net onder Huizum (bij Leeuwarden). Daar verrijst later een grote textielfabriek.
Bij zijn overlijden woont hij aan de Voorstreek in Leeuwarden, sectie A 77 tot en met 79. Hij is ook eigenaar van sectie B 131-132 en 1703. De memorie van successie vermeldt verder: legaten voor 'vreemden': Geert Rosema, commies gemeentebelastingen (geboren 29/3/1795: lijfrente fl. 100, per jaar en kleding ad fl. 45, ), z'n kantoorbediende Roel Los (fl. 100, ), Thijs Yedama, tasker te Lekkum (fl. 100, ), Johannes Stienstra, idem Dronrijp (fl. 100, ), z'n knecht Jan v.der Heide, te Lekkum (fl. 50, ), tuinman Albert Kerkhof, aldaar (fl. 50, ), huishoudster Janke de Jong (geboren 15/5/1803: lijfrente per kwartaal fl. 52, ), dienstmeid Louise de Vries (fl. 100, ) en mede executeur testamentair Jan Albarda Horatiuszoon, notaris (fl. 500, ). (nog 30 vastigheden waaronder Achter de Hoven L.244, sectie G.782/783, de buitengelegenheid op Snakkeburen sectie D.319 323 met woningen en huis D.289 aldaar, zathes aan Dokkumer Ee te Miedum sectie D.104, 131 144 en te Wijns A.247, 303, 334 337, 341 343, 'Hommema state' aan Franekerweg nabij Kingmatille en te Ternaard/ Hantumhuizen, tichelwerken c.a. te Jelsum sectie D.316/316a en D.539 en te Dronrijp D.455, 21a b, 22, 456/457 en grond) [2]
|