Aantekeningen |
- Van zijn moeder erft Dirck samen met zijn broers onder meer de helft van de (nog bestaande) hofstede Kruidenburg in Zwammerdam. Met de eigenaar van de andere helft, tante Hillegonda van Wieringen en haar echtgenoot dominee Wilhelmus Lomanus, regelt hij in 1717 dat hij met deze hofstede mag doen wat hij wil; hij betaalt het echtpaar daarvoor 69 gulden per jaar. Bij verkoop moet hij Lomanus c.s. 2300 gulden uitkeren. Het perceel is op dat moement dus 4600 gulden waard.
Op 17 oktober 1724 verkopen de Staten van Holland een aantal percelen land, waaronder de ambachtsheerlijkheid Indijk, onder Woerden. Dirck koopt het ambacht voor 3200 gulden en mag zich nu ‘heer van de Indijk’ noemen. Bij die koop horen allerlei rechten (alleen over de veren en over de wind heeft de eigenaar niks te zeggen), waaronder het recht officieren, burgemeesters, kerkmeesters en dergelijke bobo’s te benoemen. De baljuw blijft verantwoordelijk voor de aanstelling van de schout.
De grondeigendom is eeuwigdurend; vandaar dat het telkens geërfd wordt door andere Zwartendijkjes. In feite heeft deze familie het een kleine eeuw lang voor het zeggen in dit gebied, tot Gijsbert Leonard de Indijk in 1810 verkoopt aan Adriaan van Beusichem, heer van Harmelen. In 1732 wordt Dirck ook nog ‘heemraad van Snel’ genoemd in een akte (Not Arch Woerden inv 8620, dd 20-10-1732). Dirck woont rond die tijd (1730) in een huis op de hoek van de Hoge Woerd in Woerden, aan de noordzijde van de Haverstraat.
Later koopt Dirck nog diverse terreinen erbij, waaronder een perceel van 26 morgen van de erven Arnold Kamerik aan de Snelle, bij de grens met Polanen. Eerder al kocht hij het huis aan de Haverstraat bij de Hoge Woerd, tussen het erf van het Grootwaterschap en de Molenstraat voor ƒ 2422,-. Een maand later komt daar een huis aan de zelfde straat bij op de hoek van de Kerkstraat (kosten: 1030 gulden). [4, 5, 6, 7]
|