Aantekeningen |
- Let op: de genealogie van de familie Van der Chijs is te vinden in het GA Delft, in de collectie losse aanwinsten! Online is de juiste lijn moeilijk te reconstrueren.
Veel is bekend over een andere Jacobus van der Chijs, maar dat kan niet de juiste zijn. Op 3 april 1718 trouwen Jacobus van der Chijs en Catharina van Hoogeveen in Delft. Zij is de dochter van (de ongetwijfeld vermogende) Quirijn Hogeveen en Adriana Katersveld. Op 28 januari 1721 baart Catharina haar kind Jacobus, maar op 11 februari van dat jaar begraaft Jacobus (van de Voorstraat) al zijn armkind in de Nieuwe Kerk. Toch moet begin jaren 20 (de stamboom Koppenol houdt het op 30 december 1721) ook Adriana geboren zijn, die op 24 februari 1740 huwelijkse voorwaarden laat opmaken voor haar huwelijk met Jan Verpoorte. Zij wordt aangeduid als de enige nagelaten dochter van Catharina. Op 5 april 1725 laten weduwnaar Jacobus van der Chijs en Maria van der Straate huwelijkse voorwaarden opmaken omdat zij van plan zijn te trouwen. Dat doen zij in de Oude Kerk op 30 april 1725.
Het stel krijgt kind Jacobus op 25 juni 1727 (doop Oude Kerk). Op 12 september 1728 volgt Arnoldus Willem. Op 31 mei 1730 laat Jacobus, nu in de Hippolytusbuurt, weer een armkind begraven. Clasina wordt geboren op 18 maart 1731. En op 31 januari 1732 is het stel getuige bij de doop van Jacobus, zoon van Pieter van der Chijs en Rosetta Hommel in de Nieuwe Kerk (vermoedelijk zijn broer, die met ’Rusje’ Hommel trouwde op 28 december 1721). Dochter Johanna wordt gedoopt op 4 februari 1733. In een testament van Maria van Brienen, weduwe van Dirck van Os, wordt (een) Jacobus van der Chijs, ’cruijdenier binnen dese stad’, aangewezen als executeur. Op 24 oktober 1736 wordt zoon Hermanus gedoopt.
Op 25 maart 1740 koopt Jacobus voor rekening van zijn kersverse schoonzoon Jan Verpoorte de brouwerij de Eenhoorn in Hillegersberg. In hetzelfde jaar verkoopt het echtpaar Verpoorte-Van der Chijs een indrukwekkende reeks obligaties van vele duizenden ponden (gulden) uit de erfenis van Quirijn Hogeveen, grootvader van Adriana. Op 22 augustus 1742 overlijdt Maria van Straaten, zij wordt begraven in de Oude Kerk in een eigen graf. Ze laat zes minderjarige kinderen na.
Op 5 mei 1763 laten Arnoldus van der Chijs en Trijntje van Kampen hu dochter Maria dopen; Jacobus en Clasina zijn getuigen. Jacobus ’in de Hipolitusbuurt’ overlijdt op 15 mei 1765. Ik neem aan dat het om dezelfde gaat; hij wordt begraven in een eigen graf met 18 dragers en koetsen. Hij laat vijf meerderjarige kinderen na. In hetzelfde jaar overlijdt op 27 oktober Pieter van der Chijs, die eveneens met 14 dragers en koetsen in een eigen graf begraven wordt. Maar in Delft woont nog minimaal één Jacobus van der Chijs. Op de Oude Delft (oostzijde tegenover de Begijnensteeg) woont de apotheker met die naam (5 februari 1766). Misschien is hij dezelfde als de Jacobus die Eduart van Herwijne aanwijst als verkoper van zijn goederen, mocht Eduart overlijden op zijn reis naar Indië in dienst van de VOC.
Deze latere Jacobus treedt meer op de voorgrond als ouderling van de remonstrantse gemeente, waar hij contacten heeft met de Elzeviers en Konijnenburgs.
–––– Oudere aantekeningen ––––
Het echtpaar Van der Chijs is ingeschreven als lidmaat van de Remonstrantse gemeente in 1757. Zeer waarschijnlijk is het echtpaar hetzelfde als vermeld in het doopboek van 1716-1735:
SIJS, Jacob, van der
KOOL, Catharina Pieterse
Zegwaard.2 17-02-1732
kinderen:
Z.16 30-11-1732 Cornelia
Z.16 27-06-1734 Marijtje
In 1742 woont Jacobus van der Chijs in bij zijn schoonvader Pieter, aan de zuidzijde van het dorp Zegwaard (nr. 88). In 1753 is hij samen met hem getuige bij het huwelijk van Nicolaas Zwart, proponent van de remonstrantse gemeente te Hoorn.
Op een kaart van Klaas Vis uit 1763 en een bijbehorende lijst wordt een Jacobus van der Chijs genoemd als medebezitter van enkele stukken land in de Palensteinse polder, naast Pieter van Leeuwen. [3, 4, 5, 6]
|