Daan VAN DER KROEF

Mannelijk 1947 -  (76 jaar)


Generaties:      Standaard    |    Verticaal    |    Compact    |    Box    |    Alleen tekst    |    (Uitgebreide)kwartierstaat    |    Voorouderwaaier    |    Media    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Daan VAN DER KROEF is geboren op 30 mei 1947 in Laren (zoon van Daan VAN DER KROEF en Petronella VAN HEEMSKERCK DÜKER).

    Aantekeningen:

    Daan vestigde zich in 1984 in Oude Leije, Friesland, waar hij nog steeds actief is als beeldend kunstenaar.


Generatie: 2

  1. 2.  Daan VAN DER KROEF

    Daan getrouwd Petronella VAN HEEMSKERCK DÜKER. Petronella (dochter van Dr. Jan Herman VAN HEEMSKERCK DÜKER en Alida Jozina PLANTENGA) is geboren op 16 jun 1919 in Hilversum; is gestorven op 21 sep 2009 in Santpoort-Noord. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 3.  Petronella VAN HEEMSKERCK DÜKER is geboren op 16 jun 1919 in Hilversum (dochter van Dr. Jan Herman VAN HEEMSKERCK DÜKER en Alida Jozina PLANTENGA); is gestorven op 21 sep 2009 in Santpoort-Noord.

    Aantekeningen:

    Tante Nel, een schat van een mens. Hard voor zichzelf, sociaal voor anderen. Hield van sober kamperen en zwemmen in de Noordzee. Kon mooi tekenen (zoon Daan van der Kroef is kunstschilder) net als haar moeder. Ging tot op hoge leeftijd elk jaar met mijn moeder een week naar Texel, ondanks haar talrijke lichamelijke gebreken (slecht ziend, slechthorend en niet al te best ter been).

    Nel bracht net als haar schoonzuster Greet - mijn moeder - drie zonen ter wereld.

    Kinderen:
    1. 1. Daan VAN DER KROEF is geboren op 30 mei 1947 in Laren.
    2. Maarten VAN DER KROEF
    3. Joost VAN DER KROEF


Generatie: 3

  1. 6.  Dr. Jan Herman VAN HEEMSKERCK DÜKER is geboren op 19 sep 1885 in Hilversum (zoon van Willem Frederik VAN HEEMSKERCK DÜKER en Johanna Henriëtte Catharina DE RIDDER); is gestorven op 29 aug 1957 in Solna (Zweden); is begraven op 17 sep 1957 in Hilversum.

    Aantekeningen:

    Vertrekt in 1899 naar Rotterdam, ws. voor studie, en keert in 1903 terug (als ‘student’). Hoewel hij in augustus 1905 toegelaten wordt op de ‘Amersfoortsche school’ vertrekt hij volgens het bevolkingsregister in 1905 naar Delft, waar hij tot en met 1907 verblijft. In dat jaar wordt hij beëdigd als tweede luitenant bij het regiment grenadiers en jagers. Hij is daar reserve-officier (vanaf 1911 als eerste luitenant) tot januari 1916. Dan wordt hij wegens nachtblindheid eervol ontslagen. Desondanks vertrekt hij in 1907 (samen met zijn zuster Tine) naar Philadelphia, waar hij tot juli 1911 blijft. Hij is daar als commissaris betrokken bij de Hollandsche Vereeniging, die onder leiding stond van C.W. van der Hoogt. Elsa Tannock-Van Amstel, zijn stiefdochter, meldt dat hij in Philadelphia zijn tandartsstudie voltooide, hoewel hij bij zijn huwelijk in datzelfde jaar nog ‘candidaat-tandarts’ wordt genoemd. Ook in de burgerlijke stand kent men hem in dat jaar als ‘student’. Toch blijkt dat te kloppen: het In Memoriam uit 1957 in het Tandartsenvakblad vermeldt dat hij in 1910 zijn ’DDS-titel’ verwierf en daarna het Nederlands tandartsdiploma. Op 2 mei 1913 werd Herman ‘bevorderd tot tandmeester’ na een academisch examen in Utrecht. Hij is de enige van de kinderen die - net als zijn moeder - remonstrants genoemd wil worden.

    In 1915 vestigt hij zich als tandarts (‘Doct. surg. dent.’) aan de Oude Enghweg 10 in Hilversum. Al snel daarna laat hij in 1916 door zijn zwager Jan Hendrik Plantenga, architect, een kasteel van een huis annex praktijk bouwen aan de Ministerlaan (later Minister Hartsenlaan) nummer 10, dat er nog steeds staat. Het was een luxe, modern huis; volgens dochter Nel het eerste woonhuis in Hilversum met elektrisch licht. Hij nam zitting in de Bestuursraad van de Maatschappij voor Tandheelkunde en de Medische Tuchtraad. Ook was hij voorzitter van de afdeling Gooi en Omstreken van die maatschappij.

    Zijn scheiding van Jo Plantenga kwam voor de kinderen onverwacht; zij kregen ‘s ochtends te horen dat zij na school niet terug moesten gaan naar de Ministerlaan, maar naar de Gijsbrecht van Amstelstraat 415, waar hun moeder ging wonen. Spoedig daarna hertrouwde hij met Nettie Kloppers - in Gretna Green, Schotland, omdat beiden nog te kort waren gescheiden. Het echtpaar verhuisde naar het begin van dezelfde straat, Ministerlaan 1a. Een prachtige, in mijn ogen typisch Hilversumse villa die helaas moest wijken voor nieuwbouw.

    De tandarts leefde op tamelijk grote voet. Hij had al vroeg een auto, zijn huis was zelfs voor Hilversumse begrippen groot en modern. Greet Rörik weet te melden dat hij vooral het geld van de Plantenga’s er graag doorjaste. Bij zijn dood liet hij voornamelijk schulden na.

    Jan Herman stierf aan een hartkwaal op weg naar Zweden, waar het echtpaar vrienden had wonen. Hij werd in Stockholm gecremeerd, maar zijn as werd in Hilversum uitgestrooid.

    Overleden:
    Overleden aan de gevolgen van een auto-ongeluk

    Jan getrouwd Alida Jozina PLANTENGA op 7 dec 1911 in Rotterdam, en gescheiden op 5 jul 1937 in Rotterdam. Alida (dochter van Jan Hendrik PLANTENGA en Petronella ZWARTENDIJK) is geboren op 28 apr 1889 in Rotterdam; is gestorven op 21 dec 1957 in Hilversum. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 7.  Alida Jozina PLANTENGA is geboren op 28 apr 1889 in Rotterdam (dochter van Jan Hendrik PLANTENGA en Petronella ZWARTENDIJK); is gestorven op 21 dec 1957 in Hilversum.

    Aantekeningen:

    ‘Jo’. Was al vroeg zo doof als een kwartel. Volgens dochter Nel (Petronella) ‘een schat’ Raakte gaandeweg geïnteresseerd in de ideeën van Krishnamurti en Blavatsky. Haar broer, de architect Jan Hendrik, ontwerpt in 1916 het huis voor haar gezin aan de Minister Hartsenlaan 10.

    Kwam volgens de verhalen uit een streng, deftig gezin, waar bijvoorbeeld de kinderen staand aan tafel moesten eten. Haar moeder overleed al vroeg en haar stiefmoeder - tevens tante - leefde evenmin lang. Vader hertrouwde volgens Nel een derde maal met een loeder van een mens, die in het grote huis aan de Ministerlaan een eigen zijkamer zou hebben gehad (linksboven).

    Pikant: Alida Jozina is een nicht in de derde graad van haar echtgenoot Jan Herman! Wisten zij dat wel van elkaar?

    Kinderen:
    1. Jan Herman VAN HEEMSKERCK DÜKER is geboren op 7 apr 1913; is gestorven op 8 feb 1923.
    2. Jan VAN HEEMSKERCK DÜKER is geboren op 5 sep 1915 in Hilversum; is gestorven op 5 dec 1976 in Hilversum.
    3. 3. Petronella VAN HEEMSKERCK DÜKER is geboren op 16 jun 1919 in Hilversum; is gestorven op 21 sep 2009 in Santpoort-Noord.
    4. Alida Josina VAN HEEMSKERCK DÜKER is geboren op 9 okt 1921 in Hilversum; is gestorven op 19 aug 1987 in Amsterdam.
    5. Willem Frederik VAN HEEMSKERCK DÜKER is geboren op 14 aug 1928 in Hilversum; is gestorven op 22 okt 2010 in Hilversum; is begraven op 28 okt 2010 in Bilthoven.


Generatie: 4

  1. 12.  Willem Frederik VAN HEEMSKERCK DÜKER is geboren op 1 apr 1850 in Enkhuizen; is gedoopt op 28 jul 1850 in Enkhuzen (zoon van Petrus Gerardus DUKER en Arnolda Johanna VAN HEEMSKERCK); is gestorven op 14 jun 1904 in Hilversum; is begraven in Hilversum.

    Aantekeningen:

    Al op 16-jarige leeftijd gaat Willem Frederik in de leer bij apotheker De Wit in Enkhuizen, met wie de familie zeer nauwe banden onderhoudt. Hij studeert daarna in Nijmegen, waar hij (vermoedelijk) inwoont bij zijn aangetrouwde oom Blaauw of een verwant van hem, die apotheker wordt genoemd. Anderhalf jaar later, op 9 juli 1867, mag hij examen afleggen als leerling-apotheker in Arnhem. Toch adresseert zijn vriend Verkade in 1869 nog een brief aan ’W.F. Duker, aspirant-hulpapotheker te Enkhuizen’. Het lukt hem om als hulpapotheker een betrekking te krijgen als invaller bij het gesticht Meerenberg te Bloemendaal. Op 23 juli 1872 wordt hij daar benoemd tot waarnemend aoptheker tegen een jaarwedde van 500 gulden, naast vrije kost en inwoning en gratis ziekenzorg. Nog geen jaar later schrijft zijn chef dr. Everts een getuigschrift, waarin hij meldt dat Duker ’zich heeft onderscheiden door eene groote mate van wetenschappelijke bekwaamheid in zijn vak en door een onberispelijk zedelijk gedrag’. Op 14 augustus 1874 verzoekt Duker hoogleraar Suringar te Leiden examen te mogen afleggen als apotheker. Op dat moment verblijft hij bij G.J. Schuijt in de Binnen Bantammerstraat te Amsterdam.

    Willem Frederik kwam in 1875 naar Hilversum, waar de nieuwe spoorlijn juist geopend was. Hij vestigde op 14 mei van dat jaar zijn eerste apothekerspraktijk – tevens de eerste in Hilversum – in een pand op de hoek van de Langestraat en de Ruiterweg, waar tevens een manufacturenwinkel gevestigd was. Twee dagen later meldt hij zijn moeder zijn omzet van die dag: ƒ 1, 11, de ontvangst voor één recept. Maar gelukkig werd dat snel beter. Enkele jaren later verhuisde hij naar de Kerkstraat 8, naast het kantoor van de Gooi- en Eemlander. Zijn apothekersdiploma had hij een jaar tevoren gehaald, op 4 oktober 1874. Al vanaf 1880 begon Duker tevens te praktizeren als tandarts.Dat kon hij doen nadat hij aan de Universiteit van Utrecht het theoretisch tandheelkundig examen had afgelegd in begin maart 1880.

    Het lijkt erop dat de apotheker het de eerste jaren niet gemakkelijk heeft gehad. Artsen die tot dan toe hun eigen apotheekje bestierden, waren niet blij met de nieuwerwetsige zelfstandige farmacie. Bovendien overviel de drukte Willem nogal, zo blijkt uit een versje ter gelegenheid van het tienjarig bestaan. Kennelijk moest een collega, de heer Muntendam, regelmatig invallen, omdat Duker aan het herstellen was van een zenuwinzinking. Ook daarna ging niet alles van een leien dakje. Zo plaatste hij in de Gooi- en Eemlander van 17 juli 1888 een dankbetuiging voor de goede zorgen na ’het ongeval hem onlangs overkomen’. Ondertekend met ’W.F. Duker, tandarts’. Ook in een brief van zijn zoon Arnold wordt vermeld dat Willem weer eens ligt te kwakkelen. Desondanks is de kleine apotheker (1 meter 66, volgens een laissez-passer uti 1881) behoorlijk actief.

    WF is voor zover te achterhalen degene geweest die de umlaut op Duker herintroduceerde, wellicht na genealogisch onderzoek. De uitnodiging voor het examen als leerling-apotheker in 1867 schrijft hem al aan als ’Düker’ en ook zijn diploma als hulpapotheker van 6 april 1870 toont zijn naam met de umlaut, evenals zijn eigen signatuur. Daar staat tegenover dat de officiële aankondiging van zijn naamsverandering, gepubliceerd in de Staatscourant van 30 april 1889, de umlaut niet vermeldt.

    Direct na het overlijden van de befaamde dokter J.F. van Hengel in 1892 kocht hij van diens erven het grote doktershuis aan de Kerkbrink (nu nummer 18), op de hoek van de Vaartweg, voor tienduizend gulden. De dokter had het in 1840 aangeschaft voor 5280 gulden en er dus zijn hele loopbaan gewoond. Het huis liet Van Heemskerck Düker neerhalen en op die plaats liet hij een kolossaal nieuw pand bouwen door architect G.B. Salm. Alleen het koetshuis liet hij staan. Het pand kreeg een kelder voor de gevaarlijjke stoffen, een winkel en een kleine, modern ingerichte praktijkruimte voor zijn tandartsenij, compleet met een fraaie stoel die in de grond kon verzinken. Niet veel later werd het pand nog eens grondig verbouwd.

    Naast deze twee beroepen beoefende Willem Frederik ook de fotografie (een doka was in het pand aanwezig). Bovendien nam hij in 1885 het initiatief tot de oprichting van de vrijwillige brandweer in Hilversum, waarvan hij commandant werd. Aanleiding was een grote brand die op 4 april 1884 de Hilversumse Stoomspinnerij en -weverij aan de Gooise Vaart in de as legde. Hij kreeg van het gemeentebestuur geld om zijn moderniseringsplannen door te voeren. Vlak na het tienjarig bestaan hief hij zelf de vrijwillige brandweer op omdat in zijn ogen de verplichte gemeentebrandweer, die in 1893 van start was gegaan, zijn ideeën hadden overgenomen en bovendien de waterleiding was uitgebreid.

    Zijn aandacht voor het welzijn van de Hilversumse bevolking leidde er ook toe dat op zijn initiatief in 1878 de Hilversumse Melkinrichting van start kon gaan in de Kerkstraat bij de Groest. Daar verkocht men melk in gesloten, koperen bussen, wat in hygiënisch opzicht een enorme verbetering was. In 1886 verhuisde dit bedrijf wegens succes naar de hoek Herenstraat-Groest. Vanaf 1892 is Willem Frederik voorzitter van de ‘Vereeniging ter bevordering van de belangen der Hilversumsche burgers’. Daarnaast was hij medeoprichter van de afdeling Noord-Holland van de Maatschappij ter bevordering der pharmacie en penningmeester van de Hilversumse afdeling van het Witte Kruis.

    Wijzigde zijn familienaam in Van Heemskerck Düker bij Koninklijk Besluit d.d. 7 mei 1890. Hij overleed ’na veel lijden’ op 54-jarige leeftijd. Op de Algemene begraafplaats van Hilversum werd de apotheker ter aarde besteld. C. de Ridder (dat moet zijn zwager Kees, Cornelis Otto Gerard zijn) sprak als eerste. Daarna volgden de heren Teljer en Niemeyer respectievelijk van de Pharmacievereniging en het Witte Kruis, en ten slotte zoon Arnold. De laatste nam de apotheek over en voerde het beleid in de geest van zijn vader, met veel aandacht voor de gezondheid van de Hilversumse burgers.

    Opvallend: in juni 1902 adverteert zijn vrouw helemaal in de Leeuwarder Courant om een keukenmeid en een tweede meid te zoeken (tegen ƒ 100,- elk). Was het aanbod zo schaars?

    In 1915 heeft Apotheek Van Heemskerck Düker tel.nr. 42; de Azalea apotheek aan de Neuweg 76, in bezit van Van Heemskerck Duker & Co, heeft nummer 1014.

    Gedoopt:
    Verlaat gedoopt wegens zijn kinkhoest

    Overleden:
    Om 14 uur ‘s middags

    Willem getrouwd Johanna Henriëtte Catharina DE RIDDER op 30 mei 1877 in Den Haag. Johanna (dochter van Jan Herman DE RIDDER en Johanna Henriëtte Catharina RAPPARD) is geboren op 1 dec 1852 in Gouda; is gestorven op 22 feb 1919 in Hilversum. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 13.  Johanna Henriëtte Catharina DE RIDDER is geboren op 1 dec 1852 in Gouda (dochter van Jan Herman DE RIDDER en Johanna Henriëtte Catharina RAPPARD); is gestorven op 22 feb 1919 in Hilversum.

    Aantekeningen:

    Werd Jans genoemd, volgens kleinzoon Willem Frederik. Na het overlijden van haar echtgenoot in 1904 blijft zij - waarschijnlijk al samen met haar zoon Arnold Johan - de apotheek bestieren tot 1914. Samen met haar ongetrouwde dochter Margot neemt zij in dat jaar de wijk naar hotel Ittmann in Nunspeet. Ittmann was een bekend, weids opgezet familiehotel met ruim honderd kamers, tuinen en ruime foyers. In november 1915, als Arnoldus Cornelis Duker overlijdt, woont zij daar nog. Na haar overlijden schrijven twee artsen elk een attestatie waarin zij bevestigen dat Jans voor en tijdens haar verblijf in Ittmann geestelijk gezond was. Waarom moest dat?

    In augustus 1916 keert zij terug in Hilversum. Zij gaat wonen aan het Ministerpark 2 en overlijdt daar in 1919. Ook in de laatste jaren, waarin zij kennelijk lichamelijk hard achteruitging, werd zij bijgestaan door haar dochter Margot. Zij was ook de enige die bij haar moeder was toen Jans de laatste adem uitblies, blijkt uit de grafrede van Jans’ broer David de Ridder.

    Kinderen:
    1. Arnold Johan VAN HEEMSKERCK DÜKER is geboren op 15 apr 1878 in Hilversum; is gestorven op 3 nov 1932 in Hilversum; is begraven in Hilversum.
    2. Willem Frederik VAN HEEMSKERCK DÜKER is geboren op 14 jul 1879 in Hilversum; is gestorven op 18 dec 1944 in Oklahoma City, Oklahoma (USA).
    3. Johanna Henriëtta Catharina VAN HEEMSKERCK DÜKER is geboren op 27 sep 1880; is gestorven op 31 mrt 1961.
    4. Huberta Johanna VAN HEEMSKERCK DÜKER is geboren op 17 okt 1881 in Hilversum; is gestorven op 17 apr 1957 in Hilversum?.
    5. Margot Jozine VAN HEEMSKERCK DÜKER is geboren op 25 jun 1883; is gestorven op 8 jan 1947.
    6. Cornelia Agatha VAN HEEMSKERCK DÜKER is geboren op 30 jun 1884; is gestorven op 8 dec 1885.
    7. 6. Dr. Jan Herman VAN HEEMSKERCK DÜKER is geboren op 19 sep 1885 in Hilversum; is gestorven op 29 aug 1957 in Solna (Zweden); is begraven op 17 sep 1957 in Hilversum.
    8. Christina Johanna VAN HEEMSKERCK DÜKER is geboren op 28 mei 1887; is gestorven op 5 nov 1961.

  3. 14.  Jan Hendrik PLANTENGA is geboren op 14 mei 1850 in Leeuwarden (zoon van Oeds PLANTENGA en Catharina Wijnanda KRAK); is gestorven op 31 dec 1914 in Rotterdam; is begraven in jan 1915 in Rotterdam.

    Aantekeningen:

    Als Jan Hendrik 16 jaar is vertrekt hij naar de stad Groningen. Twee jaar later, in 1868, gaat hij volgens het bevolkingsregister naar Altona (bij Hamburg). Zijn beroep is handelsbediende. In die tijd wordt hij vrijgesteld van de dinestplicht op grond van broederdienst. Wat doet hij in die jaren in Altona?

    Eerste vermelding in de adresboeken van Rotterdam is al in 1873 - hij is dan 23. Hij wordt vermeld als ‘kantoorbediende en woont aan Steiger 42. Twee jaar later is hij al ‘agent’ en heeft hij naast zijn huisadres een kantoor aan de Oostmolenstraat 7. In 1878 is hij verhuisd naar de Jonker Fransstraat 72; zijn nieuwe kantoor ligt aan de Wijnstraat 47. Hij deelt zijn kantoor onder meer met graanhandelaar D. Zaalberg en de expediteurs Berten & Bianchi. Later verhuist hij privé een paar huizen verderop, naar nummer 84.In 1887 is hij wederom verhuisd, nu naar de Boezemsingel 120. Twee jaar later blijkt hij opgeklommen tot ‘koopman en commissionair’, wonend aan de Van Oldenbarneveltstraat 84 boven. Dat is ook het adres dat in de huwelijksbijlagen wordt opgegeven (1888). In 1900 verhuist hij alweer, nu naar de Nieuwe Binnenweg 280 (het kantoor blijft al die tijd op hetzelfde adres). Twaalf jaar later schuift hij een aantal huizen op, naar nummer 134: tussen artsen, advocaten en kooplieden.

    In de telefoonlijst 1915staat ‘J.H. Plantenga’ omschreven als ‘Agent v. buitenlandse huizen’. Hij heeft telefoonnummer 975. Zijn adres is Wijnstraat 47a. Begin 1900 wordt hij omschreven als ‘koopman te Rotterdam’. Hij is tevens secretaris van de Nederlandsche Vereeniging voor den handel in gedroogde Zuidvruchten, afdeling Rotterdam.

    Jan Hendrik trouwde maar liefst driemaal; zijn tweede vrouw, Johanna, was de zuster van de eerste. Bij zijn derde huwelijk in 1911 is Jan Hendrik 60 jaar oud.; zijn echtgenote is 57. Hij staat vermeld op www.humanitarisme.nl, een vage verzameling vegetariërs en Steiner-adepten; de reden is mij niet duidelijk.

    Begraven:
    Crooswijk

    Jan getrouwd Petronella ZWARTENDIJK op 26 apr 1888 in Rotterdam. Petronella (dochter van Gijsbert Leonard ZWARTENDIJK en Alida Jozina VAN DER HOEVEN) is geboren op 11 apr 1860 in Rotterdam; is gestorven op 30 mrt 1891 in Rotterdam. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  4. 15.  Petronella ZWARTENDIJK is geboren op 11 apr 1860 in Rotterdam (dochter van Gijsbert Leonard ZWARTENDIJK en Alida Jozina VAN DER HOEVEN); is gestorven op 30 mrt 1891 in Rotterdam.

    Aantekeningen:

    ’Nelly’, wordt zij genoemd in een necrologie van haar zoon Jan Hendrik. De grote rol van de familie Zwartendijk in onze familiegeschiedenis wordt ten overvloede gedemonstreerd door de huwelijken van de twee zusters Petronella en Johanna met mijn overgrootvader Plantenga (na elkaar natuurlijk, dat wel). Remonstrantse huwelijkskandidaten waren zelfs in deze tijd nog dun gezaaid.

    Geboorte:
    O. Rijstuin 13

    Aantekeningen:

    Getrouwd:
    Bijlagen nog zien!

    Kinderen:
    1. 7. Alida Jozina PLANTENGA is geboren op 28 apr 1889 in Rotterdam; is gestorven op 21 dec 1957 in Hilversum.
    2. Prof. dr. ir. Jan Hendrik PLANTENGA is geboren op 15 jan 1891 in Rotterdam; is gestorven op 31 okt 1942 in Wassenaar.